Augustus Leopold Kuper | ||
---|---|---|
Geboren | 16 augustus 1809 | |
Overleden | 28 oktober 1885 | |
Land/zijde | Verenigd Koninkrijk | |
Onderdeel | Royal Navy | |
Dienstjaren | 1823 – 1876 | |
Rang | Admiral | |
Bevel | Pelorous Alligator Calliope Thetis HMS London East Indies en China Station | |
Slagen/oorlogen | Eerste Opiumoorlog
| |
Onderscheidingen | Zie decoraties |
Augustus Leopold Kuper GCB (1809 - 1885) was een Britse admiraal.
Hij nam in 1823 dienst in de marine en nam in 1841 deel aan de Eerste Opiumoorlog en de bombardementen van Kanton.
In 1861 viel de inmiddels tot Schout-bij-nacht en bevelhebber van de vloot in China en Oost-Indië bevorderde Kuper de feodale heerser van Satsuma in Japan aan om hem tot het betalen van 25000 pond schadevergoeding aan de vier Britse slachtoffers van het incident dat men de "Richardson Affair" noemt te dwingen. Vijfhonderd Japanse huizen werden in brand geschoten en de Britten verloren elf man bij het wreken van de dood van Charles Lennox Richardson.
In 1864 voerde Kuper het bevel over een vloot waarvan ook Nederlandse schepen onder de François de Casembroot deelnamen. Amerikaanse, Britse, Franse en Nederlandse schepen dwongen onder zijn bevel de Japanners de Straat van Shimonoseki voor de scheepvaart te openen. Deze gebeurtenis staat bekend als het Bombardement van Shimonoseki.
Koning Willem III benoemde de inmiddels tot admiraal gepromoveerde Parker op 25 februari 1865 tot Commandeur in de Militaire Willems-Orde[1].